DWERGKEIZERS
Dwergkeizers zijn familie zoals de naam al zegt van de grote keizersvissen. Ze behoren samen met hen tot de familie van de keizersvissen (Pomacanthidae). We kennen op de dag van vandaag meer dan 30 soorten. Deze “kleine” beauty’s zijn voorral de laatste jaren enorm populair geworden. Het zijn ideale aquariumvissen met vaak een geringe afmeting, een fraaie kleur, ze zijn goed over te wennen op vervangend voedsel, helpen mee aan de algenbestrijding in het aquarium en zijn meestal verdraagzaam naar andere bewoners. Logisch dan ook dat ze enorm populair zijn.
DE FAMILIE EN ZIJN SOORTEN
De classificatie van de keizersvissen heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Nog maar sinds kort lijkt er enige duidelijkheid in de naamgeving van deze dieren. In 1953 dacht men dat het geslacht Centropyge een onder geslacht was van het Holocanthus geslacht. Pas in de jaren zeventig kwam er enige duidelijkheid en werden de dwergkeizers door de meeste wetenschappers tot een apart geslacht gerekend. Het feit dat dwergkeizers een groep waren, daar was iedereen het mee eens. Hoe de indeling eruitzag, daar werd fel over gediscussieerd.
DWERGKEIZERS IN HET AQUARIUM
In de meeste aquaria zien we vaak wel één soort van de familie opduiken. De meest bekende bij iedereen is wel de C. loricula. Dit wellicht door zijn spectaculaire kleuren! De houdbaarheid van dwergkeizers in gevangenschap is de laatste jaren enorm verbeterd. We kunnen deze dagen vrijwel alle soorten houden zolang we ze maar de juiste omstandigheden bieden. Deze regel geld voor alle dieren. We kunnen alleen voor vele dieren niet de juiste omstandigheden creëren vanwege het missen van voedsel, kennis etc. Voor het houden van dwergkeizers hebben we in deze tijd wel de kennis over voedsel, benodigdheden en behoeftes. Er blijven natuurlijk uitzonderingen. Vroeger, in de kerkhof aquaria met enkel vissen, waren dwergkeizers enorm moeilijk te houden. De aquaria met vaak dode koraalstenen die druk bevolkt waren vormden geen goed biotoop. De dwergkeizers hadden er een gebrek aan micro-organismen, algen en waren enorm schuw. Door hun teruggetrokken bestaan in deze aquaria kregen ze ook niet het benodigde voedsel tot zich. De houdbaarheid van dwergkeizers werd toen ook erg in twijfel getrokken. In Duitsland werden ze zelfs een tijd verboden om te houden hierdoor. Een tijd dat alle Duitsers in ons land dwergkeizers kwamen kopen voor astronomische bedragen. Naast de ongeschikte aquaria kwam ook het transport om de hoek kijken. Dwergkeizers zijn zeer gevoelig aan het transport. “Vroeger” werd er nog weleens met gif gevangen, het transport duurde erg lang en de verpakkingsmaterialen waren nog niet zo modern als nu. Pas wanneer de dwergkeizers langer dan drie maanden rondzwommen werden ze als houdbaar bestempeld. De geruchten dat deze dieren moeilijk te houden zijn in gevangenschap durven nog weleens de ronde te gaan. Ikzelf durf te zeggen dat dwergkeizers goed houdbaar zijn. Naast houdbaarheid hebben we ook de vraag of ze geschikt zijn voor het gezelschap aquaria. Vaak hoor je dat het enorm agressieve dieren zijn. Ze gaan andere dieren in de bak domineren of slopen de lagere dieren. Dit gedrag is vaak te danken aan het ontbreken van andere dominante Soorten (bijvoorbeeld andere dwergkeizers en grotere vissen) en verveling (bijvoorbeeld eentonig voedingspatroon met steeds een gelijkaardig voedsel). Een gouden tip is dan ook om dwergkeizers te houden in aquaria die opgestart zijn met een grote hoeveelheid, vers levend steen, waar veel micro-organismen in zijn ontwikkeld, algen en sponzen voldoende aanwezig zijn en detritus te vinden is. Tip 2 is om deze dieren steeds per paar of harem te houden. De C. bicolor spant de kroon. Ze krijgen soms zelfs de naam moordenaar op hun geweten. Dit gedrag ontwikkelt zich vaak pas na 5 jaar. De dieren worden dan meestal geslachtsrijp. Wanneer we de dieren dus als koppel of in harem verband houden hebben we meestal vredelievende vissen in het aquarium. Ze brengen de dag door, door afzonderlijk rond te zwemmen op zoek naar voedsel. Algen en dertitus is in vele aquaria niet meer permanent aanwezig zodat de dieren zich weleens willen vergrijpen aan onze ongewervelde dieren. De stempel dat dwergkeizers niet reef save zijn is al meegegeven. De term reef save is enorm rekbaar. Als u een groot hart heeft en het niet erg vind om de dieren zo nu en dan ergens een pluk van te zien nemen hoeft u hier verder geen belang aan te hechten (Bij de meeste soorten er zijn uitzonderingen). Meestal zijn de vlezige steenkoralen en doopvontschelpen enorm in trek. Soms houden dwergkeizers het enkel bij het slijm van de koralen. Zo helpen sommige dwergkeizers lederkoralen mee vervellen. Ook eten zo zieke koraalweefsels. Een gezond aquarium kan dus best een dwergkeizer gebruiken. Het zijn de dokters van onze koralen.
Dwergkeizers zijn enorm gevoelig aan parasieten en bacteriën. Heel vaak hebben we te maken met een hexamitabesmetting. Hexamita (octamita) zijn zogenaamde zweepdiertjes die in elk darmstelsel voorkomen. Alleen bij stress en zwakte van een vis kunnen ze zich extreem vermenigvuldigen en vreten dan van binnenuit het darmstelsel en de organen aan. Vaak krijg je bij een gevorderd stadium dan ook ontstoken plekken op de kop en bij de aanhechtingen van de vinnen. Gerafelde borst en staartvinnen geven dit ook aan. De ontstekingen worden veroorzaakt door bacteriën. De verzwakte dwergkeizer is een perfect slachtoffer voor hen. Meestal hebben we te maken met aeromas en pseudomonas. Ook een slijmerige ontlasting is een teken van ziekte. Oppassen met het bestrijden van al deze ziekten met koper. Veel dwergkeizers kunnen hier slecht tegen. Vooral de C. loricula is enorm gevoelig voor koper.
Als uw systeem voldoet aan alle eisen kunt u overgaan tot de aanschaf van dwergkeizers. Ze kunnen met de meeste vissen perfect gecombineerd worden en wanneer ze gelijktijdig geplaatst worden kunnen ze zelf met verschillende soorten gecombineerd worden. De kleur van de staarten speelt hier een belangrijke rol. Wanneer het patroon en de kleur hier verschillend van is hoeft u uw geen zorgen te maken en kunnen de dwergkeizers meestal perfect gecombineerd worden. Plaats nooit dwergkeizers in een bak waar al een paar in gehuisvest is. Deze zullen hun territorium sterk verdedigen! Ongeschikte medebewoners zijn: Grote baarzen, murene, steenvissen, koraalduivels, zeenaalden, zeepaardjes, trekkersvissen en meer grotere soorten. Alle andere vissen kunnen meestal zonder problemen gecombineerd worden. Plaats kleinere vissoorten zoals gobies, dwergbaarzen etc. wel als eerste in het aquarium. Natuurlijk moet u eerst inlezen over de soort dwergkeizer die u gaat aanschaffen. Hiernaast heeft elke vis een eigen persoonlijkheid zodat u nooit zeker bent waar het op gaat uitdraaien.
VOEDING
Dwergkeizers voeden zich in de natuur met hoofdzakelijk algen en detritus. Bij een onderzoek naar de maaginhoud van dwergkeizers werd dit nogmaals bevestigd. De maaginhoud bestond vaak uit 50 % zand wat de dwergkeizers binnenkrijgen door detritus dat zich in het zand bevindt op te eten. Naast algen en detritus voeden ze zich zo nu en dan met koraalpoliepen, sponzen, kleine kreeftachtige, uitwerpselen van andere vissen etc. in ons aquarium moeten wij ervoor zorgen dat ze een gevarieerde voeding krijgen. Dwergkeizers zullen vrij snel alles eten wat hen aangeboden wordt toch moet het hoofdbestanddeel bestaan uit groenvoer. We kunnen de dieren bijvoeren met een mix van diepvriesvoedsel zoals artemia, mysis, cyclops etc. en droge vlokken. Het groenvoer kunnen we de dieren aanbieden in de vorm van spinazie, broccoli, waterpest die we blancheren voor gebruik. Verder zijn gedroogde algen zoals nori en spirulina ideaal. Door het aquarium te voorzien van genoeg levend steen waar vaak algen op groeien kunnen de dieren goed grazen. Een algenkweek afzonderlijk opzetten in een bypass systeem kan dus zeer zeker geen kwaad. Tegenwoordig kunnen we ook diepbriesmixen kopen met spons in. Wil u nieuw aangeschafte dwergkeizer niet meteen eten kan dit een oplossing bieden. Ook op levende mysis zijn ze gek. Een andere truc om niet etende nieuwe dieren aan het eten te krijgen is honing. Neem een steen en bestrijk deze met mengsel van honing, mysis, banaan en algen. Plaats deze in het aquarium en de kans is groot dat de dwergkeizer hieraan zal gaan nippen. Vooral bij Paracentropyge soorten is dit een goed hulpmiddel.
Recent onderzoek heeft ervoor gezorgd dat er heel veel zal veranderen in naamgeving van dwergkeizers. Daarom zullen we sommige soorten groeperen en in een 'complex' presenteren.
the ex-Centropyge (which includes potteri, bispinosa, loriculus, ferruginata, shepardi, interrupta, joculator, multicolor & nahackyi),
o why the “ex”, you ask? Was there some bitter angelfish breakup? Yes, in a sense. We’ve had reason to question the validity of this genus for quite some time now. Richard Pyle’s 2003 study of the family highlighted several of the more salient morphological discrepancies present within this taxon, most notably, a lower number of gill rakers (<20) and an additional dorsal fin spine (14 v. 15) in most of what would be considered the true Centropyge (those more closely related to the type species, C. tibicen). The molecular study of Gaither et al. 2014 confirmed this sharp divide, illustrating that the pygmy angelfishes with a banded caudal margin are probably more closely related to Genicanthus and Apolemichthys. So eventually we can expect some new nomenclature for these fishes… but it hasn’t happened yet.
Centropyge is a paraphyletic group of reef fishes with Apolemichthys and Genicanthus nesting within the genus
The group dates to the mid-Oligocene.
The two subgenera Xiphypops and Paracentropyge comprise deep monophyletic lineages that should be elevated to genus level.
There are four species complexes within the group that date to between 3 and 12 Ma.
DE FAMILIE EN ZIJN SOORTEN
De classificatie van de keizersvissen heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Nog maar sinds kort lijkt er enige duidelijkheid in de naamgeving van deze dieren. In 1953 dacht men dat het geslacht Centropyge een onder geslacht was van het Holocanthus geslacht. Pas in de jaren zeventig kwam er enige duidelijkheid en werden de dwergkeizers door de meeste wetenschappers tot een apart geslacht gerekend. Het feit dat dwergkeizers een groep waren, daar was iedereen het mee eens. Hoe de indeling eruitzag, daar werd fel over gediscussieerd.
DWERGKEIZERS IN HET AQUARIUM
In de meeste aquaria zien we vaak wel één soort van de familie opduiken. De meest bekende bij iedereen is wel de C. loricula. Dit wellicht door zijn spectaculaire kleuren! De houdbaarheid van dwergkeizers in gevangenschap is de laatste jaren enorm verbeterd. We kunnen deze dagen vrijwel alle soorten houden zolang we ze maar de juiste omstandigheden bieden. Deze regel geld voor alle dieren. We kunnen alleen voor vele dieren niet de juiste omstandigheden creëren vanwege het missen van voedsel, kennis etc. Voor het houden van dwergkeizers hebben we in deze tijd wel de kennis over voedsel, benodigdheden en behoeftes. Er blijven natuurlijk uitzonderingen. Vroeger, in de kerkhof aquaria met enkel vissen, waren dwergkeizers enorm moeilijk te houden. De aquaria met vaak dode koraalstenen die druk bevolkt waren vormden geen goed biotoop. De dwergkeizers hadden er een gebrek aan micro-organismen, algen en waren enorm schuw. Door hun teruggetrokken bestaan in deze aquaria kregen ze ook niet het benodigde voedsel tot zich. De houdbaarheid van dwergkeizers werd toen ook erg in twijfel getrokken. In Duitsland werden ze zelfs een tijd verboden om te houden hierdoor. Een tijd dat alle Duitsers in ons land dwergkeizers kwamen kopen voor astronomische bedragen. Naast de ongeschikte aquaria kwam ook het transport om de hoek kijken. Dwergkeizers zijn zeer gevoelig aan het transport. “Vroeger” werd er nog weleens met gif gevangen, het transport duurde erg lang en de verpakkingsmaterialen waren nog niet zo modern als nu. Pas wanneer de dwergkeizers langer dan drie maanden rondzwommen werden ze als houdbaar bestempeld. De geruchten dat deze dieren moeilijk te houden zijn in gevangenschap durven nog weleens de ronde te gaan. Ikzelf durf te zeggen dat dwergkeizers goed houdbaar zijn. Naast houdbaarheid hebben we ook de vraag of ze geschikt zijn voor het gezelschap aquaria. Vaak hoor je dat het enorm agressieve dieren zijn. Ze gaan andere dieren in de bak domineren of slopen de lagere dieren. Dit gedrag is vaak te danken aan het ontbreken van andere dominante Soorten (bijvoorbeeld andere dwergkeizers en grotere vissen) en verveling (bijvoorbeeld eentonig voedingspatroon met steeds een gelijkaardig voedsel). Een gouden tip is dan ook om dwergkeizers te houden in aquaria die opgestart zijn met een grote hoeveelheid, vers levend steen, waar veel micro-organismen in zijn ontwikkeld, algen en sponzen voldoende aanwezig zijn en detritus te vinden is. Tip 2 is om deze dieren steeds per paar of harem te houden. De C. bicolor spant de kroon. Ze krijgen soms zelfs de naam moordenaar op hun geweten. Dit gedrag ontwikkelt zich vaak pas na 5 jaar. De dieren worden dan meestal geslachtsrijp. Wanneer we de dieren dus als koppel of in harem verband houden hebben we meestal vredelievende vissen in het aquarium. Ze brengen de dag door, door afzonderlijk rond te zwemmen op zoek naar voedsel. Algen en dertitus is in vele aquaria niet meer permanent aanwezig zodat de dieren zich weleens willen vergrijpen aan onze ongewervelde dieren. De stempel dat dwergkeizers niet reef save zijn is al meegegeven. De term reef save is enorm rekbaar. Als u een groot hart heeft en het niet erg vind om de dieren zo nu en dan ergens een pluk van te zien nemen hoeft u hier verder geen belang aan te hechten (Bij de meeste soorten er zijn uitzonderingen). Meestal zijn de vlezige steenkoralen en doopvontschelpen enorm in trek. Soms houden dwergkeizers het enkel bij het slijm van de koralen. Zo helpen sommige dwergkeizers lederkoralen mee vervellen. Ook eten zo zieke koraalweefsels. Een gezond aquarium kan dus best een dwergkeizer gebruiken. Het zijn de dokters van onze koralen.
Dwergkeizers zijn enorm gevoelig aan parasieten en bacteriën. Heel vaak hebben we te maken met een hexamitabesmetting. Hexamita (octamita) zijn zogenaamde zweepdiertjes die in elk darmstelsel voorkomen. Alleen bij stress en zwakte van een vis kunnen ze zich extreem vermenigvuldigen en vreten dan van binnenuit het darmstelsel en de organen aan. Vaak krijg je bij een gevorderd stadium dan ook ontstoken plekken op de kop en bij de aanhechtingen van de vinnen. Gerafelde borst en staartvinnen geven dit ook aan. De ontstekingen worden veroorzaakt door bacteriën. De verzwakte dwergkeizer is een perfect slachtoffer voor hen. Meestal hebben we te maken met aeromas en pseudomonas. Ook een slijmerige ontlasting is een teken van ziekte. Oppassen met het bestrijden van al deze ziekten met koper. Veel dwergkeizers kunnen hier slecht tegen. Vooral de C. loricula is enorm gevoelig voor koper.
Als uw systeem voldoet aan alle eisen kunt u overgaan tot de aanschaf van dwergkeizers. Ze kunnen met de meeste vissen perfect gecombineerd worden en wanneer ze gelijktijdig geplaatst worden kunnen ze zelf met verschillende soorten gecombineerd worden. De kleur van de staarten speelt hier een belangrijke rol. Wanneer het patroon en de kleur hier verschillend van is hoeft u uw geen zorgen te maken en kunnen de dwergkeizers meestal perfect gecombineerd worden. Plaats nooit dwergkeizers in een bak waar al een paar in gehuisvest is. Deze zullen hun territorium sterk verdedigen! Ongeschikte medebewoners zijn: Grote baarzen, murene, steenvissen, koraalduivels, zeenaalden, zeepaardjes, trekkersvissen en meer grotere soorten. Alle andere vissen kunnen meestal zonder problemen gecombineerd worden. Plaats kleinere vissoorten zoals gobies, dwergbaarzen etc. wel als eerste in het aquarium. Natuurlijk moet u eerst inlezen over de soort dwergkeizer die u gaat aanschaffen. Hiernaast heeft elke vis een eigen persoonlijkheid zodat u nooit zeker bent waar het op gaat uitdraaien.
VOEDING
Dwergkeizers voeden zich in de natuur met hoofdzakelijk algen en detritus. Bij een onderzoek naar de maaginhoud van dwergkeizers werd dit nogmaals bevestigd. De maaginhoud bestond vaak uit 50 % zand wat de dwergkeizers binnenkrijgen door detritus dat zich in het zand bevindt op te eten. Naast algen en detritus voeden ze zich zo nu en dan met koraalpoliepen, sponzen, kleine kreeftachtige, uitwerpselen van andere vissen etc. in ons aquarium moeten wij ervoor zorgen dat ze een gevarieerde voeding krijgen. Dwergkeizers zullen vrij snel alles eten wat hen aangeboden wordt toch moet het hoofdbestanddeel bestaan uit groenvoer. We kunnen de dieren bijvoeren met een mix van diepvriesvoedsel zoals artemia, mysis, cyclops etc. en droge vlokken. Het groenvoer kunnen we de dieren aanbieden in de vorm van spinazie, broccoli, waterpest die we blancheren voor gebruik. Verder zijn gedroogde algen zoals nori en spirulina ideaal. Door het aquarium te voorzien van genoeg levend steen waar vaak algen op groeien kunnen de dieren goed grazen. Een algenkweek afzonderlijk opzetten in een bypass systeem kan dus zeer zeker geen kwaad. Tegenwoordig kunnen we ook diepbriesmixen kopen met spons in. Wil u nieuw aangeschafte dwergkeizer niet meteen eten kan dit een oplossing bieden. Ook op levende mysis zijn ze gek. Een andere truc om niet etende nieuwe dieren aan het eten te krijgen is honing. Neem een steen en bestrijk deze met mengsel van honing, mysis, banaan en algen. Plaats deze in het aquarium en de kans is groot dat de dwergkeizer hieraan zal gaan nippen. Vooral bij Paracentropyge soorten is dit een goed hulpmiddel.
Recent onderzoek heeft ervoor gezorgd dat er heel veel zal veranderen in naamgeving van dwergkeizers. Daarom zullen we sommige soorten groeperen en in een 'complex' presenteren.
the ex-Centropyge (which includes potteri, bispinosa, loriculus, ferruginata, shepardi, interrupta, joculator, multicolor & nahackyi),
o why the “ex”, you ask? Was there some bitter angelfish breakup? Yes, in a sense. We’ve had reason to question the validity of this genus for quite some time now. Richard Pyle’s 2003 study of the family highlighted several of the more salient morphological discrepancies present within this taxon, most notably, a lower number of gill rakers (<20) and an additional dorsal fin spine (14 v. 15) in most of what would be considered the true Centropyge (those more closely related to the type species, C. tibicen). The molecular study of Gaither et al. 2014 confirmed this sharp divide, illustrating that the pygmy angelfishes with a banded caudal margin are probably more closely related to Genicanthus and Apolemichthys. So eventually we can expect some new nomenclature for these fishes… but it hasn’t happened yet.
Centropyge is a paraphyletic group of reef fishes with Apolemichthys and Genicanthus nesting within the genus
The group dates to the mid-Oligocene.
The two subgenera Xiphypops and Paracentropyge comprise deep monophyletic lineages that should be elevated to genus level.
There are four species complexes within the group that date to between 3 and 12 Ma.
SOORTEN
NIEUW (ONDER)GESLACHT: CENTROPYGE CF.
LORICULUS-POTTERI
|
BISPINOSA COMPLEX
|
MULTICOLOR COMPLEX
|
(ONDER)GESLACHT: XIPHYPOPS
ACANTHOPS COMPLEX
GESLACHT: CENTROPYGE
FlAVISSIMA COMPLEX
|
SOORTEN ZONDER COMPLEX
|
|
|