Amphiprion percula - Driebandsanemoonvis - Compleet profiel (2019)
|
Rijk: Animalia Stam: Chordata Klasse: Actinopterygii Orde:Perciformes Familie:Pomacentridae Geslacht: Amphiprion Soort: ocellaris
Populaire naam: Driebandsanemoonvis Synoniemen/oude namen: Ontdekt door/jaar: Lacep Leefgebied: Diepte: Afmeting in de natuur: vrouwelijk exemplaar 11 cm. Mannen blijven kleiner Afmeting in het aquarium: idem als in natuur Giftig: Nee CITES: Nee Red List: Nee Voedsel: Dierlijk zoals mysis, artemia, krill - aanvullen met pellets. Aquariumafmeting: vanaf 50 liter (kweek) - 100 liter (display) Houdbaarheid: Eenvoudig. Wildvang exemplaren gevoelig voor ziekten bij import Waterparameters: 22-28 C° S.G 1.021-1.026 (1.019 bij kweek) Agressie tegen soortgenoten: Ja, houden als koppel Agressie tegen omgeving: Ja, zeer beschermend naar gastanemoon en eieren. Reefsafe: Ja, bij gebrek aan anemoon kunnen ze koraal uitkiezen dat hieronder kan leiden. Symbioseanemonen: Geen tepelanemoon zoals vele wel denken. Na lange tijd kunnen ze hier voor kiezen maar het geeft geen voorkeur. |
EIGENSCHAPPEN EN KENMERKEN
De Amphiprion ocellaris – Driebands Anemoonvis bewoont de ondiepe lagunes van het koraalrif. Je vind ze zowel in diepere zones als in de branding zones (3 tot 15 meter). Ze wonen daar veelal in de bescherming van een aantal anemoon soorten. Ze maken doorgaans gebruik van de Heteractis magnifica, Stichodactyla gigantea en Stichodactyla mertensii. Soms komen de anemonen droog te staan bij eb en liggen de anemoonvissen als het ware droog in de anemoon. Deze soort leeft vaak als koppel of in harems in deze anemoon. Steeds onder leiding van 1 alfa vrouwtje bijgestaan door 1 alfa mannetje. Valt het vrouwtje weg zal het alfa mannetje van geslacht veranderen en de rol van het alfa vrouwtje overnemen. Eens een vrouwtje kan zij niet meer terug veranderen in een mannetje. Is er een harem zijn de overige dieren reserve dieren en hebben deze geen rol in de voortplanting. Deze zijn vaak ook klein. Uiteindelijk kunnen ze de rol overnemen (de meest dominante) van het alfa mannetje als deze weg valt.
Over het algemeen heeft deze soort een oranje lichaam en vinnen. Op het lichaam zien we doorgaans drie witte banden. Deze zijn afgelijnd met zwart. De middelste band is het breedste. De pupillen en het iris zijn meestal zwart en de rest van het oog heeft dezelfde kleur als het lichaam. Deze kleuren kunnen verschillen en afwijken. Het verschil met A. percula is op het eerste zicht enorm moeilijk te zien. In het wild kunt u de regel nemen dat als u ze ziet ten oosten van PNG (Papoea New Guinea) het A. percula is. Ziet u ze westelijk van PNG dan is het A. ocellaris. Vroeger gebruikte men ook de zwarte aflijning als indicator om te bepalen welke soort het was. De kleurvarianten in deze database laten zien dat u hier niet op kunt afgaan. Kleur alleen is geen goede indicator van de soort. A. percula blijft ook kleiner dan A. ocellaris. Een ander verschil is door te kijken naar de voorste dorsale vin. A. ocellaris heeft 11 dorsale stekels (heel zelden zien we er 10, zeldzaam) terwijl A. percula er 10 heeft (Heel zelden zien we er 9). Ook de iriskleur is bij de twee soorten verschillend. A. percula heeft meestal een veel heldere, oranje, iris kleur. Al kunnen mutatiegenen dit kenmerk ook vertekenen. De combinatie van parameters zoals afkomst, kleur, dorsale stekels moeten u helpen bij het determineren. De kleur kan variëren van streek tot streek. Ook de anemoon bepaalt de kleur. A. ocellaris die in symbiose leven met H. magnifica missen vaak de zwarte aflijning of hier is deze miniem. Wanneer men zo een exemplaar in een S. Gigantea plaats kunnen de zwarte lijnen alsnog verschijnen. Wellicht heeft dit te maken met genetische evolutie ter bescherming van een andere soort netelcel. In gevangenschap zien we dit ook als anemoonvissen geneteld worden, door verkeerde symbiose, en zwarte plekjes op hun huid krijgen. Sommige kleuren zijn permanent waardoor we ook kleurvarianten onderscheiden. Deze varianten staan los van de ondersoorten. Naast varianten zien we ook geregeld mutaties uit het wild opduiken. |
Boven: Het verschil tussen A. ocellaris en A. percula. Ook ziet u een collage met verschillende ogen van A. ocellaris en A. percula. Bij wildvang exemplaren kunt u afgaan op de iris kleur. Al moeten we voorzichtig zijn want bij veel kleurmutaties zien we dat dit kenmerk niet altijd klopt.
|
FYLOGENIE, ONDERSOORTEN EN KLEURVARIANTEN
Kaart: Gele/ groene zone: Amphiprion ocellaris - Blauwe zone: Amphiprion cf. ocellaris 'Northern' - Donker roze zone: Amphiprion cf. ocellaris 'Indonesia' - Donker paarse zone: overlap van groepen - Roze zone: mogelijk 4de groep met ondersoorten. Donker blauwe zone: Amphiprion cf. ocellaris 'Darwin' - Oranje zone + groene: Amphiprion percula.
|
Na genetisch onderzoek bij 3 verschillende A. ocellaris populaties in de Indische Oceaan, Stille Oceaan en het Indo-Stille Oceaangebied blijkt dat we met 3 verschillende (onder)soorten te maken hebben, hier kunnen we wellicht nog 2 ondersoorten bijtellen alleen ontbreekt hiervoor genetisch bewijs. Desondanks de meeste wildvang tegenwoordig afkomstig is uit de Filipijnen is dit toch belangrijke informatie voor een kweker die goede genetische lijnen wil opzetten met wildvang exemplaren. Buiten enkel kleine kleurverschillen hebben de verschillende geografische populaties geen fenotypische verschillen (zoals bijvoorbeeld rugvinstralen aantallen die wel verschillend zijn bij de zustersoort A. percula). Enkel op genetisch vlak (genotype) zien we verschillen.
|
IN HET AQUARIUM
Voor het eerst in de handel gekomen begin jaren 70 vanuit de Filipijnen en Indonesië. Tegenwoordig is het meerendeel in de handel nakweek. Als we toch wildvang exemplaren zien zullen deze voor 99 % uit de Filipijnen komen. Dankzij de film Nemo is de populariteit enorm gestegen. Daarnaast is het de soort waarvan de meeste kleurmutaties op de markt zijn. Deze dieren moet u steeds per 2 houden, bij voorkeur slechts 1 soort per aquarium. Desondanks ze in de natuur in harems leven raden we dit af in het aquarium. Hier ontbreekt het vaak aan een geschikte anemoon waardoor meerdere exemplaren uiteindelijk gaan vechten. Een koppel is dus het slimste. Koop steeds 2 kleine exemplaren tegelijkertijd. Het meest dominante exemplaar zal van geslacht veranderen en een vrouwtje worden. Plaatst u achteraf een exemplaar bij koop dan een zo klein mogelijk exemplaar. Dit geeft het meeste kans op succes. Het aquarium hoeft niet groot te zijn. Men kweekt deze dieren in kleine aquaria van slechts 50 liter. Natuurlijk zit hier enkel een koppel in, in een gemengd aquarium moeten ze het biotoop delen met andere vissen en dieren waardoor de minimum afmeting voor het gemengd aquarium vanaf 100 liter is. Ze hebben geen anemoon nodig al is het altijd beter om hun natuurlijk gedrag te stimuleren. Heteractis sp. is de beste anemoon maar vaak moeilijk te houden. Een tepelanemoon is een alternatief maar het kan even duren voordat ze deze zullen gebruiken. Ook andere koralen kunnen gekozen worden. Soms kunnen koralen, zeker LPS koralen, hier wel hinder van ondervinden. Er zijn zelfs anemoonvisjes die een doopvontschelp uitkiezen om mee in symbiose te leven. Voor de kweek is geen anemoon nodig en volstaat een bloempot of tegelconstructie. Mits goede verzorging zullen ze ook in het gemengd aquarium overgaan tot het leggen van eitjes. Ze zullen deze nesten fel verdedigen waardoor ze alles aanvallen, ook uw hand, wat in de buurt komt. Desondanks dit beschermend gedrag is het een vrij zachtaardige soort, ook naar andere vissen toe. Mits goede verzorging worden ze 25 tot 30 jaar oud! Geef uw anemoonvisjes alle dagen eten en zo varierend mogelijk. Een mix van levend, diepvries en droogvoer is perfect. Anemoonvisjes zijn carnivoren en hebben dierlijk voedsel nodig. De waterkwaliteit moet perfect zijn! Ze zullen blijven leven met hoge nitraat waarden en slechte parameters, toch heeft dit effect op de leeftijd en de kweek. Streef dus steeds naar ideale omstandigheden. Wildvang exemplaren zijn vrij moeilijk aan vervangend voedsel te wennen met name droogvoer met nakweek is dit doorgaans geen probleem.
|
|
|
Typische ziekten en aandoeningen die we zien bij wildvanganemoonvissen is de anemoonvisziekte. Typerend hiervoor zijn de witte ontlasting slierten en snelle ademhaling. Deze dieren moeten behandeld worden met medicatie of zullen ander sterven. Een andere aandoening die we zien zijn donkere plekjes op de oranje delen. Dit zijn brandwonden veroorzaakt door netelcellen. Meestal zoeken ze bescherming in een koraal of anemoon die niet geschikt is voor hun bij het gebrek aan een compatibele symbiosepartner. Hierdoor krijgen ze deze brandwonden/ netelcelwonden. Zwakke exemplaren kunnen hier infecties van krijgen en sterven. Wees voorzichtig met koperbehandelingen daar deze anemoonvissen onvruchtbaar zullen maken. Koop ook nooit misvormde vissen. Nakweekvissen worden vaak, door selectieve kweek, geconfronteerd met inteelt. Ook een gebrek aan voedingsstoffen tijdens de larven fase is veel voorkomend. Hierdoor zien maar al te vaak exemplaren met misvormde gezichten en kieuwen. Koop deze dus niet!
|
KWEEK
De driebandanemoonvis leeft in kleine groepen in een anemoon. Zo'n groep telt één vrouwtje, dat alleen paart met het grootste mannetje binnen de groep. De overige exempalren blijven klein en paren niet. Als de alpha vrouw sterft zal de alfa man haar plaats overnemen en een non-actief mannetje zal de nieuwe alpha man worden. Het zijn protandrische sequentiële hermafrodieten. Dit zijn vissoorten die van het mannelijke geslacht kunnen veranderen naar het vrouwelijke geslacht. Alle anemoonvissen komen ter wereld met actieve mannelijke en inactieve vrouwelijke geslachtsorganen. Vrouwelijke exemplaren zijn veel groter dan mannelijke exemplaren. Buiten dit is er geen verschil in geslacht te zien. In gevangenschap houden we meestal een koppel. Het kweken is niet moeilijk als u enkele stappen volgt. Het beste huisvest u een koppel in een apart kweekaquarium. Het volledig kweekprocces kunnen we hier niet uitleggen, dit bevat meer informatie dan dat we hier kunnen plaatsen. Raadpleeg een boek over kweken. Samengevat komt het erop neer: Hou het kweekkoppel op een lagere saliniteit (1.019), hogere temperatuur (27°C), belicht deze 14 uur en laat 10 uur per dag het licht uit, geef ze veel voeding en rust en plaats een bloempot of tegels zodat u de eieren kunt weghalen. De eitjes zijn demersale eitjes wat wil zeggen dat ze aan het substraat vastgekleefd worden. Zowel het mannetje als het vrouwtje zullen broedzorg vertonen naar de eitjes toe. Worden de eitjes in het groot aquarium gelegd kunt u gebruik maken van een larvenval (zie filmpje). De eitjes komen meestal in de nacht uit. De eieren haalt u na 7 dagen weg (als deze zilver blinken). Deze laat u uitkomen in een zwart rond vat (cementkuip). Vergeet de eitjes niet te beluchten. U kunt dit vat aansluiten op een filtersysteem. Het beste is om de larven op een laag zoutgehalte van SG 1.017 te houden en een hoge temperatuur van 27°C. Maak het water groen met micro-algen en voer de eerste 20 dagen met rotiferen (20/ml). Zorg dat deze elke dag aangevuld en verrijkt worden met vitaminen. Na dag 4 kunt u copepoden, ééndagsartemia en Otohime/ TDO korrels toevoegen aan het dieet. Belicht larven steeds 16 uur en laat 8 uur de lampen uit. Pas op met artemia aangezien dit weinig voedingswaarde heeft. Dit kan leiden tot misvorming of vertekende/ foutieve strepen.
|
|
KLEURMUTATIES
Mutaties zijn niet slecht. Zonder mutaties, geen evolutie. Als u wenst te kweken met kleurmutaties op basis van selectieve kweek raden wij u aan een goed boek aan te schaffen over genetica, natuurlijke selectie, selectief kweken, lijnteelt en kweek. Basis kennen van genetica is belangrijk om mutaties te begrijpen.
WILDE MUTATIES
We zien geregeld kleurmutaties opduiken uit het wild. Mutaties zijn verbonden aan natuurlijke selectie en evolutie. Het is niet vreemd en slecht en volkomen normaal. Door selectieve kweek kunnen mutaties in grotere aantallen gekweekt worden. Rechts een overzicht van bijzondere wildvangexemplaren of mutaties die nog niet beschreven zijn. |
|
ONYX
|
|
PICASSO
veel gradaties, helmet is gradatie. ook doni is niet echt strain maar trademark. komt geregeld in het wild voor deze mutatie. onyx picasso Booyah that are called Black Hawk Picasso, black bali picasso |
|
PLATINUM
dubbel dosis picasso. compleet zwart wit en wit proberen ze main blizzard en nog anderenamen. |
|
NEBULA
Gedraagt zich als snowflake en picasso door elkaar??? Wellicht nebula mutatie op picasso mutatie.... of toch eigenmutatie? weng pin su heeft wildvang exemplaar gevonden. t’s probably been a year that a new type of designer Percula Clownfish started showing up in clownfish-centric discuss, but the genetics behind it may have been much longer. Over the past couple years, designer fish with “dirty” markings have occasionally been found among genetic variants including the Snowflake and Fancy Ocellaris, and the Picasso Percula by various breeders, particularly Sustainable Aquatics and Proaquatix. Recently, a trickle of Bali Aquarich’s Nebula Percula started coming into the US |
|
STUBBY
|
|
EXTRA ARTIKELS
Klik hier om te bewerken.